Dit boek in dundruk bevat de geheel herziene editie van de integrale Nederlandse standaardvertaling van de Digha-Nikaya (DN), ‘De verzameling van lange leerredes’ van de Boeddha.
De Digha-Nikaya is in de traditionele telling de eerste van de vijf verzamelingen (nikaya’s) van de Sutta-Pitaka: de ‘mand’ (pitaka) van leerredes (sutta’s) die aan de historische Boeddha en zijn belangrijkste leerlingen worden toegeschreven.
Deze collectie maakt deel uit van de Pali-Canon en vormt samen met de Vinaya-Pitaka (de ‘mand’ van de orderegels) en de Abhidhamma-Pitaka (de ‘mand’ met scholastieke teksten) het corpus van gewijde geschriften van de theravada. Deze Pali-Canon of Tipitaka (‘drie manden’) bevat de oudste bewaard gebleven geschriften van de boeddhistische traditie.
De Digha-Nikaya bevat 34 ‘lange’ leerredes van de Boeddha verdeelt over drie delen. Deze uitgave bevat alledrie deze delen. De eerste van de 34 leerredes, het Brahmajala-Sutta, legt o.a. de psychologische wortels bloot van 62 metafysische theorieën. De volgende 12 leerredes bevatten als kern de zogenaamde Tathagata-preek, een uitvoerige uiteenzetting van de verlossingsweg. De overige leerredes behandelen diverse onderwerpen. Zo beschrijft het Maha-Parinibbana-Sutta (DN 16) op indrukwekkende wijze de laatste weken van het leven van de Boeddha en geeft het Maha-Satipatthana-Sutta (DN 22) belangrijke instructies voor het cultiveren van aandacht. De Digha-Nikaya is rijk aan bloemrijke verhalen, gelijkenissen en mythische beschrijvingen en is er in het algemeen op gericht om mensen die nog geen boeddhist zijn, te inspireren tot het volgen van de Leer van de Boeddha.
De vertaling wordt voorafgegaan door een algemene inleiding in het vroege boeddhisme, die de lezer vertrouwd maakt met het levensverhaal van de Boeddha en de belangrijkste elementen van zijn Leer, waaronder de oude meditatievormen, en is voorzien van verklarende noten. Ook is iedere leerrede voorzien van een samenvatting.