David Loy is een bekende voor de lezers van dit Magazine. In het artikel Enter the bodhisattva legt Loy uit waarom wij juist nu bodhisattva’s nodig hebben. Een verband met Andrew Olendzki’s column uit Tricycle herfst 2018 is snel gelegd. Olendzki behandelt in zijn column (hier onder Loy’s artikel) waarom er ondanks de vele beoefenaren van het boeddhisme toch zo weinig arhats, boeddha’s en bodhisattva’s zijn.
Het valt niet te ontkennen dat onze wereld in crisis verkeert’, zo opent David Loy zijn artikel. Het is de ene ecologische, economische of maatschappelijke crisis na de ander. De situatie is ernstig. ‘We bevinden ons op een kritiek moment in de geschiedenis van de mensheid en de collectieve maatregelen die we de komende jaren moeten nemen, zullen de koers bepalen van de gebeurtenissen voor de komende generaties.’
Maatschappelijke verandering
Kerken en hun gelovigen hebben veel bijgedragen aan maatschappelijke veranderingen, bijvoorbeeld aan het afschaffen van de slavernij en aan gelijke burgerrechten. ‘Maar veel, mogelijk het meeste van wat bijgedragen heeft aan structurele veranderingen in het Westen, is van socialistische en andere vooruitstrevende bewegingen, die traditioneel wantrouwend staan tegenover godsdienst.’
Loy roept Karl Marx in herinnering, die religie omschreef als opium van het volk, ‘…omdat maar al te vaak kerken medeplichtig waren aan politieke onderdrukking door hun doctrines, en hun mening over het “leven na de dood” misbruikten om gelovigen af te leiden van de macht van uitbuitende regeerders en van andere gelovigen die religie gebruiken om te misleiden. … Karma en wedergeboorte kunnen op dezelfde manier misbruikt worden -, maar het boeddhisme biedt in het gunstigste geval een alternatieve benadering.’
Twee vleugels
Democratie mag dan wel de best mogelijke regeringsvorm heten, maar het biedt geen soelaas als we ons laten motiveren door hebzucht, kwaadwilligheid en zelfbedrog door ons ‘ik’. Uit onverschilligheid voor het welzijn van anderen jagen we het welzijn van dat ‘ik’ na.
Om het streven van de Boeddha te beantwoorden en daardoor het lijden te beëindigen zijn zowel persoonlijke als maatschappelijke verandering (transformatie) nodig, stelt de auteur. ‘De Boeddha benadrukte dat het enige waarover hij hoefde te onderwijzen het lijden was en hoe er een eind aan te maken. Dit veronderstelt dat sociale verandering ook nodig is om te reageren op het structurele en geïnstitutionaliseerde lijden, wat bestendigd wordt door hen die voordeel hebben van een onrechtvaardige maatschappelijke orde.’ De auteur vraagt zich dan ook af: Is er iets typisch boeddhistisch dat beide veranderingen met elkaar verbindt? Een nieuw model van activisme, dat innerlijke en uiterlijke beoefening verbindt? Voilà… de bodhisattva!
Volgens de traditie kiest een bodhisattva ervoor om in samsara te verblijven, in plaats van binnen te treden in de staat van perfecte vrede, nirvana. Dit verlichte en verlichtende wezen doet dit om alle bewust levende wezens te helpen hun lijden te beëindigen en te helpen tot verlichting te komen. De bodhisattva stelt zichzelf de vraag: ‘Wat kan ik bijdragen om deze situatie te verbeteren?’
Loy: ‘Vandaag de dag is het meer dan ooit nodig dat we het pad van de bodhisattva begrijpen als een spiritueel archetype dat een nieuwe visie biedt op wat menselijk mogelijk is. Wijsheid en mededogen zijn de twee vleugels van de boeddhistische weg en beide hebben we nodig om te vliegen. Wijsheid is inzien dat er geen “ik’’ bestaat, afgescheiden van de rest van de wereld, en mededogen is de vertaling daarvan in de dagelijkse praktijk.’
Ontwaakte samenleving
Het sociaal geëngageerde boeddhisme, waarvan Sulak Sivaraksa, Bhikkhu Bodhi en David Loy enkele vertegenwoordigers zijn, wil een bijdrage leveren aan het ontstaan van een ontwaakte samenleving, die sociaal rechtvaardig is en ecologisch duurzaam. De zenleraar Loy benoemt de bijzondere kenmerken van het activisme van een bodhisattva. Het boeddhisme onderstreept onderlinge afhankelijkheid (= ‘We zitten allemaal in hetzelfde schuitje’) en de rol van illusie (eerder dan slechtheid). Dit veronderstelt geweldloos handelen; gebaseerd op liefde (meer non-duaal) in plaats van op reactieve woede (dat wij en zij van elkaar scheidt).
Niet rijke en machtige, slechte mensen vormen het basisprobleem van onze samenleving, maar de geïnstitutionaliseerde collectieve hebzucht. ‘Het pragmatisme en het non-dogmatisme van de bodhisattva kan helpen de ideologische ruzies af te kappen, die veel vooruitstrevende groepen hebben verzwakt. En de nadruk van het boeddhisme op vaardige middelen bevordert vindingrijke verbeelding, wat een noodzakelijke eigenschap is als we een gezondere manier van samenleven met elkaar op deze aarde willen opbouwen en werken aan een manier om dit te bereiken.’
Niet hechten
De bodhisattva belooft om alle levende wezens te helpen te bevrijden. Iemand die in deze moeilijke tijden vrijwillig kiest voor zo’n onmogelijke taak, laat zich niet uit het veld slaan door wanhoop en door crises, hoe uitzichtloos het ook lijkt. ‘Dit is omdat de bodhisattva op twee terreinen praktiseert – innerlijk en uiterlijk – wat hem in staat stelt om doelgericht gedrag te vertonen zonder zich te hechten aan de resultaten.’ Lees voor hem natuurlijk vooral ook haar.
De bodhisattva doet zo goed mogelijk haar best, zonder te weten wat de resultaten ervan zijn. Sommige zaken kunnen we immers niet weten. In plaats daarvan stelt zij zich open voor het ‘overweldigend mysterie van een onbestendige wereld waarin alles aan verandering onderhevig is.’ Wie had bijvoorbeeld ooit gedacht dat de Berlijnse Muur zou vallen, of de Apartheid zou worden opgeheven?, schrijft Loy.
Gelijkmoedigheid
Waar komt de gelijkmoedigheid van de bodhisattva-activist vandaan? Haar niet-gehechtheid aan resultaten van haar actie heeft niets te maken met vervreemding van de toestand van de wereld, schrijft Loy. ‘Deze vraag verwijst naar de vruchten van het innerlijke werk van de bodhisattva. Het Diamant-soetra zegt dat we alle levende wezens bevrijden door te realiseren dat er geen levende wezens zijn om te bevrijden. De bodhisattva verwerkelijkt leegte, shunyata – die dimensie waarin er niets te winnen valt, geen beter worden of slechter – maar is niet gehecht aan die verwerkelijking. Zoals het Hart-soetra benadrukt: vormen zijn leeg en leegte is vorm. Leegte is geen plaats om te verblijven, die vrij is van vorm; zij is alleen te ervaren in de veranderlijke vormen die zij aanneemt, de vormen die onze levens en onze wereld uitmaken.’
‘Voor de boeddhistische activist zijn er twee dimensies van beoefening – vorm en leegte, persoonlijke en sociale transformatie, de beide kanten van een en dezelfde medaille. Onze wereld behoeft beide kanten.’
Over bodhisattva’s
Het begrip bodhisattva bestaat uit sattva, dat ‘wezen’ betekent en bodhi: ‘ontwaken, verlichting’. Kortom: een wezen dat het voornemen heeft, besloten heeft, boeddha te worden.
In de overlevering verwijst de historische Boeddha naar zichzelf als bodhisattva in de vele levens voor zijn verlichting. In de Mahayana-tradities kan bodhisattva verwijzen naar elk wezen dat bodhicitta (‘verlichtingsgeest’) ontwikkelt en het voertuig van de bodhisattva’s volgt om boeddhaschap te verwerven. Deze betekenis van het begrip is voor het eerst te vinden in de Astasahasrika Prajnaparamita, die waarschijnlijk al in de eerste eeuw werd gebruikt. Scholen in het Mahayana verschillen van mening over de lengte en de onderdelen van het pad van de bodhisattva. In het algemeen gaat het om vele levens en eonen van tijd waarin de bodhisattva zijn perfecties ontwikkelt. Alle tradities onderschrijven dat een bodhisattva zo snel als mogelijk boeddha wil worden, gemotiveerd door groot mededogen. Maar in de westerse literatuur wordt de bodhisattva vaak beschreven als iemand die zijn verlichting uitstelt met als doel alle levende wezens te bevrijden van het lijden. (Bron: The Princeton dictionary of buddhism)
Over bodhisattva’s
Het begrip bodhisattva bestaat uit sattva, dat ‘wezen’ betekent en bodhi: ‘ontwaken, verlichting’. Kortom: een wezen dat het voornemen heeft, besloten heeft, boeddha te worden.
In de overlevering verwijst de historische Boeddha naar zichzelf als bodhisattva in de vele levens voor zijn verlichting. In de Mahayana-tradities kan bodhisattva verwijzen naar elk wezen dat bodhicitta (‘verlichtingsgeest’) ontwikkelt en het voertuig van de bodhisattva’s volgt om boeddhaschap te verwerven. Deze betekenis van het begrip is voor het eerst te vinden in de Astasahasrika Prajnaparamita, die waarschijnlijk al in de eerste eeuw werd gebruikt. Scholen in het Mahayana verschillen van mening over de lengte en de onderdelen van het pad van de bodhisattva. In het algemeen gaat het om vele levens en eonen van tijd waarin de bodhisattva zijn perfecties ontwikkelt. Alle tradities onderschrijven dat een bodhisattva zo snel als mogelijk boeddha wil worden, gemotiveerd door groot mededogen. Maar in de westerse literatuur wordt de bodhisattva vaak beschreven als iemand die zijn verlichting uitstelt met als doel alle levende wezens te bevrijden van het lijden. (Bron: The Princeton dictionary of buddhism)
Bron artikel Loy:
Loy, D. Enter the bodhisattva. Lions roar, 12 april 2016
Bron Olendzki:
Olendzki, A. Living by the canon. Tricycle, fall 2018