Onze stichting heeft als doel de kennis en het begrip van de beginselen van het boeddhisme te bevorderen en de praktische toepassing daarvan in onze Westerse samenleving te stimuleren. Boeddhistisch geestelijk verzorgers binnen penitentiaire inrichtingen geven dagelijks vorm aan die toepassing. Zij bieden vanuit boeddhistische beginselen handvatten aan hun cliënten om te gaan met de situatie waarin zij zitten. In deze tijd inspireren ze ook ons, buiten deze inrichtingen, in onze eigen ‘gevangenis’.
Eind vorige maand werd door de NPO op de vroege zondagochtend een interview uitgezonden met Monique Rietveld, hoofd boeddhistisch geestelijke verzorging bij Justitie. Veel Vrienden zullen het gemist hebben. Terugkijken is zeker de moeite waard, daarom besteden we er hier aandacht aan.
Luisteren
Monique Rietveld geeft landelijk leiding aan de boeddhistisch geestelijk verzorgers in gevangenissen. Zoals de programma-aankondiging laat weten is ze altijd bezig geweest om goed te luisteren naar de verhalen van mensen die hun straf uitzitten, waarbij ze ook probeerde gedetineerden vrijheid in zichzelf te laten vinden door hen te leren mediteren. Ze heeft daarbij zelf ervaren dat het leven niet altijd maakbaar is. Toen haar tweede kind het syndroom van Down bleek te hebben, werd ze gedwongen de controle los te laten. Ze zocht haar toevlucht in het boeddhisme. Haar meditatiekussen werd de vluchtheuvel waar ze weer vaste grond onder zich voelde.
Betekenis
Mede dankzij interviewer Annemiek Schrijver is het een inspirerend gesprek. Monique laat daarbij en passant zien wat boeddhisme voor betekenis kan hebben in de omgang met het dagelijkse leven. Die omgang is anders gegrond dan bij, bijvoorbeeld, een Christen, Moslim of Humanist. Dat blijkt onder meer uit de wijze waarop zij spreekt over het belang van zelfkennis als basis voor vaardigheden waarmee we anderen kunnen helpen. Over verlies van controle en de ontspanning die daar vreemd genoeg van kan uitgaan. En hoe ze spreekt over de mogelijkheid van bevrijding van waar we mentaal in gevangen zitten. Dat alles vanuit een boeddhistisch perspectief, midden in het leven staand.
Troost
Wat het (Mahayana) boeddhisme gemeen lijkt te hebben met het katholicisme is een troostende vrouwenfiguur, Quan Jin, de belichaming van groot mededogen. Zij wordt door Annemiek Schrijver dan ook “de Oosterse Maria” genoemd. We leren echter uit het gesprek dat Quan Yin niet zozeer een figuur buiten ons is, die we kunnen aanbidden en om steun kunnen vragen, maar staat voor een onmetelijke verblijfplaats van goddelijke mededogen diep in onszelf. Door ons daarop via meditatie te richten kunnen we weer ademhalen als we het echt niet meer weten, zo beschrijft Monique, en vol goede moed van het meditatiekussen afstappen, de wereld in, “want daar wonen we, niet op dat kussen.”
Steun
Het wonen in de wereld die boven op al het andere lijden getroffen is door een pandemie, is er niet gemakkelijker op geworden. We zitten, mens eigen, allemaal, ieder op onze eigen manier, gevangen in de situatie waarin we verkeren. Het gesprek tussen Monique Rietveld en Annemiek Schrijven laat zien dat er gelukkig bronnen van inspiratie en concrete beoefening zijn die ons tot steun kunnen zijn, en die ons kunnen helpen op onze beurt weer anderen van dienst te zijn.
De opname ervan is via deze link* terug te kijken.
*De pagina met het interview is minder geschikt voor Edge voor Mac OS. Gebruik bij foutmeldingen Chrome of Safari.