Het Satipatthana Sutta (Majjhima Nikaya 10 / Digha Nikaya 22) is een van de meest gebruikte sutta’s van de Pali-Canon. Vele boeken zijn geschreven over dit sutta, met name door Bhikkhu Analayo en Bhante Sujato. Een van de meest besproken termen in dit sutta waarover verschillende meningen bestaan, is de Pali-term ‘ekayana magga’.
De volledige paragraaf luidt als volgt:
Ekāyano ayaṁ, bhikkhave, maggo sattānaṁ visuddhiyā, sokaparidevānaṁ samatikkamāya, dukkhadomanassānaṁ atthaṅgamāya, ñāyassa adhigamāya, nibbānassa sacchikiriyāya, yadidaṁ cattāro satipaṭṭhānā.
Vertaling van Jan de Breet & Rob Janssen:
‘Dit is de directe weg die leidt tot de zuivering van de wezens, tot het te boven komen van verdriet en gejammer, tot het verdwijnen van leed en terneergeslagenheid, tot het bereiken van de juiste levenshouding, tot de realisering van nirvana [hier en nu], namelijk de vier vormen van het cultiveren van de aandacht.’
Vertaling van Guy Dubois:
‘Monniken, dit is een (enige/directe/ongeëvenaarde) weg die leidt tot zuivering van de wezens; tot het overstijgen van verdriet en zorgen; tot het beëindigen van dukkha en angst; en tot het verkrijgen van de juiste methode voor het realiseren van nibbana, namelijk door het viervoudig vestigen van opmerkzaamheid.’
Vertaling van het Vipassana Research Institute:
‘Dit is de enige manier, monniken, voor wezens om zich te zuiveren, om zorgen en verdriet te overwinnen, om lijden en smart te vernietigen, om het pad der waarheid te bewandelen, om nibbāna te verwezenlijken: dat wil zeggen, het viervoudig vestigen van opmerkzaamheid.’
Hierin wordt ‘ekayana magga’ vertaald als de ‘directe weg’ of ‘de enige manier’. Dit roept nogal wat vragen op. Betekent het dat alleen het Satipatthana Sutta de enige en snelste weg naar nirvana bespreekt, of bestaan er ook ‘andere wegen’ die naar het doel leiden? En zijn de dingen die in andere sutta’s besproken worden dan niet belangrijk? Wordt elders in de sutta’s niet vaak melding gemaakt van het Edele Achtvoudige Pad als de enige weg naar nirvana? Hoe moeten we dit interpreteren?
De volgende analyse volgt Bhikkhu Sujato in zijn interpretatie van de ontstaansgeschiedenis van deze term.
Historisch kader
Voordat ik verder ga, wil ik eerst even teruggaan in de tijd en in het kort de ontstaansgeschiedenis van de Pali-Canon en de vertalingen ervan beschrijven.
Vóór de tijd van de Boeddha bestonden er verschillende sekten in de Ganges-delta in India. De meest invloedrijke religie was die van de brahmanen. In de sutta’s spreekt de Boeddha vaak met brahmanen en samaṇa’s (beoefenaars van andere zwervende sekten) waarbij hij woorden gebruikt die voor hen bekend zijn maar waaraan hij vaak een iets andere betekenis geeft. Hij leert deze religieuzen dus op een zeer bekwame manier om hun eigen leringen in een nieuw licht te zien, om er op een andere manier naar te kijken.
Na de tijd van de Boeddha kwamen er ook invloeden van buitenaf. De sutta’s werden ook in andere talen vertaald, met name in het Chinees. Deze Chinese vertalingen zijn dan weer een bron van kennis over hoe men toen tegen de wereld aan keek, hoe we de sutta’s kunnen zien en hoe wij bepaalde woorden uit de Pali-Canon kunnen vertalen. Maar dit proces is niet zonder risico: de Chinese vertalers gaven vaak ook hun eigen interpretaties aan diverse woorden.
We dienen met het interpreteren van de teksten dus ook rekening houden met de ontstaansgeschiedenis van woorden en hun vertalingen, en ook aan wie ze gericht waren.
De directe weg
De vertaling ‘directe weg’ is afkomstig van Bhikkhu Nanamoli, een Britse monnik en vertaler die tussen 1950 en 1960 veel vertalingen in het Engels heeft gemaakt. Hij baseerde zijn vertaling van ekayana magga op het gebruik van deze formulering in de betekenis ‘directe weg’ in het Mahasihanadasutta (Majjhima Nikaya 12). In de vroeg-boeddhistische teksten komt de uitdrukking namelijk maar één keer voor buiten het Satipatthana Sutta. Hij nam dus aan dat dit het normale taalgebruik was en leidde daaruit af dat de betekenis in het Satipatthana Sutta dezelfde moest zijn.
In een later artikel heeft Prof. Rupert Gethin zich echter gebaseerd op een reeks Sanskriet-bronnen en hij toonde daarmee aan dat ‘ekayana’ verschillende betekenissen heeft, waaronder ‘direct’. Er is dus geen reden om aan te nemen dat ‘direct’ van toepassing moet zijn in het Satipatthana Sutta. Het is eerder zo dat de Pali-teksten gewoon een veel beperktere context bieden voor deze term dan het Sanskriet.
Bhante Sujato wijst erop dat ‘ekayana’ in het Sanskriet dan wel verschillende mogelijke betekenissen heeft, maar de term wordt slechts éénmaal gebruikt in een betekenis die van filosofisch belang is. Deze passage komt uit een gedeelte van de Brhadaraṇyaka Upanisad, waarvan bewezen is dat er complexe verbanden bestaan met de Pali-teksten. De Brhadaraṇyaka Upanisad is te beschouwen als de meest invloedrijke brahmaanse tekst voor het boeddhisme.
Een kort uittreksel uit de Bṛhadāraṇyaka Upaniṣad (BrhUp_2,4.11):
‘sa yathā sarvāsām apāṃ samudra ekāyanam |
‘Het is net zoals de oceaan de plaats is waar alle wateren samenkomen’
evaṃ sarveṣāṃ sparśānāṃ tvag ekāyanam |
‘Net zoals de huid de plaats van samenkomst is voor alle aanrakingen’
evaṃ sarveṣāṃ gandhānāṃ nāsike ekāyanam |
‘Net zoals de neus de plaats is waar alle geuren samenkomen’
enz.
Dit is hoogstwaarschijnlijk de relevante context, omdat de formulering ekāyana magga in de Pali-sutta’s in de mond van Brahma wordt gelegd in het Satipatthanasamyutta in Samyutta Nikāya 47.18:
atha kho brahmā sahampati ekaṃsaṃ uttarāsaṅgaṃ karitvā yena bhagavā tenañjaliṃ paṇāmetvā bhagavantaṃ etadavoca: ‘evametaṃ, bhagavā, evametaṃ, sugata. ekāyanvāyaṃ, bhante, maggo sattānaṃ visuddhiyā sokaparidevānaṃ samatikkamāya dukkhadomanassānaṃ atthaṅgamāya ñāyassa adhigamāya nibbānassa sacchikiriyāya, yadidaṃ-cattāro satipaṭṭhānā.’
Vertaling van Jan de Breet & Rob Janssen:
‘Vervolgens zei Brahma Sahampati, nadat hij zijn bovenkleed over een schouder gedrapeerd had en met gevouwen handen een groet in de richting van de Verhevene had gebracht, het volgende tot hem: “Zo is het, Verhevene, zo is het, Gezegende! Dit is de directe weg die leidt tot de zuivering van de wezens, tot het te boven komen van verdriet en gejammer, tot het verdwijnen van leed en terneergeslagenheid, tot het bereiken van de juiste levenshouding, tot de realisering van nirvana [hier en nu], namelijk de vier vormen van het cultiveren van de aandacht.”’
Bhante Sujato heeft beargumenteerd dat het Satipatthana Sutta duidelijk een late en samengestelde tekst is, en de kortere en eenvoudiger teksten van de Satipatthanasaṃyutta moeten de bouwstenen zijn geweest waaruit deze is opgebouwd. Vandaar dat Samyutta Nikāya 47.18 waarschijnlijk de oorspronkelijke context is waarin deze term voorkomt, om later van hieruit te worden opgenomen in het Satipatthana Sutta.
De vertaling van de Chinese parallel van het Satipatthana Sutta, Madhyamagama 98:
‘Er is één weg voor de zuivering van wezens, voor het overstijgen van verdriet en angst, voor het uitroeien van dukkha en leed, voor het opgeven van geween en tranen, voor het bereiken van de juiste Dharma, namelijk de vier Satipatthanas.’
Het Chinese woord dat in de Madhyamāgama gebruikt wordt is ‘一道’, dat letterlijk ‘één weg’ betekent. In de Saṃyuktagama wordt deze term echter weergegeven als ‘一乘道’, of ‘één voertuig weg’. Er is hier duidelijk verwarring ontstaan tussen de twee oorspronkelijke Pali-woorden ‘yāna’ (dat ‘voertuig’ betekent) en ‘ayana’ (‘weg’).
De voorgaande analyse verklaart waarom in de boeddhistische tradities (zowel in de Pali- als in de Chinese Canon) zoveel verwarring is ontstaan rond deze term. De Chinese vertalers kenden de context van de brahmaanse tradities niet; zij vormden niet het publiek waarvoor de Boeddha deze voordrachten had gehouden. De brahmanen kenden de betekenis omdat het een belangrijke term is in de Bṛhadāraṇyaka Upaniṣad. De boeddhisten vergaten in de loop der tijd de oorspronkelijke betekenis van de term en stelden dus in exegese een reeks mogelijke interpretaties voor.
Conclusie
‘Ekayana magga’ is een term die stamt uit de brahmaanse tradities en al bestond voor de tijd van de Boeddha. Het is een term met een heel specifieke filosofische betekenis, namelijk de ‘plaats van convergentie’, ‘waar alles samenkomt als één’.
De betekenis van ‘leiden tot convergentie’ betekent dus dat Satipatthana de meditatie is die leidt tot eenheid van geest of samadhi. Het maakt een (zeer belangrijk) onderdeel uit van het Edele Achtvoudige Pad, maar we mogen in onze praktijk ook de andere delen hiervan niet verwaarlozen of als minder belangrijk zien.
Bronnen
foto: Will Wilson on Unsplash
Sujato, (2005). A history of mindfulness. Buddha Educational Foundation.
Analayo, B. (2011). Satipatthana (1ste ed.). Milinda Uitgevers B.V.
Gethin, R. (2001). The Buddhist Path to Awakening. Van Haren Publishing.
Dubois, G. Satipatthana. De Grote Leerrede over het Cultiveren van Aandacht
Vipassana Research Institute: SatipatthanaSutta. Het Vestigen van Opmerkzaamheid