In februari 2021 verscheen van de hand van Paul van der Velde, professor Aziatische religies aan de Radboud Universiteit, het boek ‘In de huid van de Boeddha’. Het is een lezenswaardig boek, een aanrader voor diegenen die meer van het “ware” boeddhisme willen weten, maar ook voor boeddhisten die een kritische kijk niet schuwen, of zelfs verfrissend vinden.
Aanleiding en inhoud
Wat vormde de aanleiding voor u om dit boek te schrijven?
Een paar jaar geleden heb ik voor de documentaire reeks “Van Dis en de Dalai Lama” een dag opgetrokken met Adriaan van Dis. Die liet zich daarna bij de hoofdredacteur van uitgeverij Balans, Jan Geurt Gaarlandt, ontvallen: “Die Paul van der Velde, dat is een pienter ventje” – zoals Van Dis dat kan zeggen. Gaarlandt benaderde me daarop met de vraag of ik een boek over boeddhisme wilde schrijven. Dat wilde ik wel. Bij overleg daarover gaf hij vrij specifiek aan wat voor lezersprofiel hij voor ogen had: “Zeg, een profiel als dat van de NRC-lezer en lezers van De Groene Amsterdammer. Vervolgens kun je natuurlijk iets onder die lat gaan zitten.” Zo is het idee ontstaan het boek te schrijven.
Wat beoogde u inhoudelijk?
Met name de eerste stukken – die over de leer van de Boeddha gaan en de ontwikkelingen binnen het boeddhisme – zijn bedoeld om te laten begrijpen, ‘ok, daar gaat het in het boeddhisme in hoofdlijnen dus om’. Daarna komt er een aantal onderwerpen die in verband met het boeddhisme veel genoemd worden. Zoals de Dalai Lama, van wie veel mensen onterecht denken dat het een soort Paus van het boeddhisme is, het boeddhabeeld, boeddhisme en psychotherapie, mindfulness, meditatie, enzovoort. Maar ook de positie van de vrouw, seksualiteit, misbruik en geweld. Als mensen het boek gelezen hebben dan kunnen ze zeggen: ‘Ja, nu kan ik het boeddhisme plaatsen’. Met dat in het achterhoofd is het boek geschreven: als een boek voor een breed publiek.
Goede informatie is de bron van het vormen van de eigen mening
Wilt u met het boek vooral informeren of ook inspireren?
Het boek is vooral informerend, maar tegelijk wil ik lezers wel met beide benen op de grond houden. Daartoe hoop ik zeker ook te inspireren. Er is mij altijd veel aan gelegen misverstanden weg te halen. Reden is dat ik te vaak gezien heb dat veel leed voortkomt uit mensen die met heel veel ferventie hun oude religie achter zich laten, naar iets nieuws gaan en daar eigenlijk hetzelfde doen. Vervolgens komen ze er dan na tien jaar later achter dat ze in dezelfde fuik zijn gelopen. Dat gaat met zoveel leed gepaard, dat ik dat probeer te voorkomen. Boeddhisten zijn net mensen, ze gedragen zich dus ook zo. Ze zijn aan dezelfde politieke machten en krachten en menselijke neigingen onderhevig als mensen binnen andere religies. Daarin onderscheidt boeddhisme zich niet.
U noemt Happinez-lezers in het boek enigszins uitdagend ‘zwevers’. Zijn het deze mensen die u met al uw kennis als hoogleraar wilt informeren en als het even kan met hun voeten op de grond wilt zetten?
Ik wil hen meer gewicht geven. Dat is inderdaad wel zo. Zwevers, zoekende mensen, kunnen gevoelig zijn voor het belanden in rare situaties. Ik wil hen besparen voor enge situaties, om het vriendelijk te verwoorden. We hebben teveel gedoe gehad rond boeddhisme, rond hindoeïsme, rond de Rooms-Katholieke Kerk. Wat heeft er allemaal wel niet gespeeld? Dat moeten we toch kwijt zien te raken. Dan is goed geïnformeerd zijn en een reëel beeld hebben van, belangrijk. Dat doe ik met lezingen en dat wil ik, naast het aanbieden van begrijpelijke, feitelijke informatie over boeddhisme met dit boek eigenlijk ook.
Moeite met een kritische houding
Een kritische kijk op het boeddhisme stuit nogal eens op verzet begrijp ik uit uw boek.
Ja, je mag je rustig kritisch uitlaten over de islam, maar niet over het boeddhisme. Ik heb zelfs wel eens het commentaar gehad “Je leerstoel is zeker betaald door de Chinezen”. Dat was naar aanleiding van wat kritische opmerkingen over het Tibetaans boeddhisme dat prachtige dingen voortbrengt, maar ook enorme schade. Dat laatste wordt gemakkelijk vergeten. Het moet – ingegeven door de theosofische traditie waarop in onze maatschappij nog steeds veel opvattingen en indrukken van Tibet gebaseerd zijn – toch vooral het paradijs zijn. Dat wil niet zeggen dat je het hele kind met badwater en al moet weggooien. Ik wil een redelijker standpunt, dus ben ik kritisch. En dat wordt inderdaad niet altijd gewaardeerd.
In het boek heeft u het ook over de misplaatste hang in het Westen naar “het echte boeddhisme”.
Ja, we willen het echte boeddhisme. Maar dat bestaat niet. Of je moet zeggen: het echte boeddhisme is wat boeddhisten doen en dat neemt enorm veel vormen aan.
De last van het leven
Wat drijft mensen volgens u te geloven in een ‘pure leer’ die de weg naar een toestand vrij van het lijden van deze wereld wijst, en waarom zoekt men via het boeddhisme een weg daarnaartoe?
Omdat het leven zo enorm ingewikkeld is en we niet zonder meer geboren zijn tot geluk. Het besef van onze sterfelijkheid brengt nu eenmaal grote problemen met zich mee. Dat we weten dat we doodgaan drukt zwaar op ons bestaan. Hoe kom je de tijd zinvol door terwijl je weet dat het ophoudt in deze wereld? Dat zijn zware belastingen. Dat kan zelfs leiden tot depressies. Dat hoeft niet, maar dat kan wel.
U ziet het boeddhisme door dat zo te stellen vooral als constructieve poging tot omgang met het leven. Maar dat geldt toch ook voor sportbeoefening, het maken van kunst, gezamenlijke cultuurbeleving, enzovoort?
Dat kan. Het is in die zin een variatie daarop. In het leven kom je basale elementaire problemen tegen. Boeddhisme biedt kaders aan om deze problemen te verstaan, maar dat doet iedere religie in feite.
Eigen zingeving
Dat klinkt wat afstandelijk en seculier, terwijl uit het boek naast de distantie van de wetenschapper (“Karma … als je er tenminste in gelooft.”p.38), op verschillende plekken toch ook een warme betrokkenheid spreekt, een doorleefdheid; liefde wellicht zelfs. Kunt u daarover iets zeggen? Herkent u wat ik zeg?
Jazeker herken ik dat. Ik noem mijzelf geen hindoe of boeddhist. Ik ben niet bekeerd tot een van de twee. Ik ben wel in heel wat tradities en gebruiken in Azië geïnitieerd. Ik ga daar doorgaans behoorlijk ver in. Ik ben katholiek van huis uit. En ook dat ben ik niet meer. Maar ik spreek een aantal Aziatische talen en ben heel diep bekeerd tot de culturen van Azië. Daar ben ik heel duidelijk wel deelnemer aan. Dat heeft te maken met ervaringen, met esthetica en al dat soort zaken meer. Daarbij leef ik met de Aziatische verhalen als referentiekader. Het is een verhalenwereld die zich parallel voltrekt aan deze wereld. Daar heb ik veel mee. Dat geldt voor het boeddhisme voor de talloze Jātaka’s, bijvoorbeeld, [verhalen over de vorige levens van de boeddha, zowel in menselijke als dierlijke vorm/AK] en de enorme massa aan andere verhalen die het boeddhisme kent. Maar de opmerking die ik maak over karma dat het alleen maar werkt als je erin gelooft, is voor mij heel essentieel. Voor iemand die hier niet in zou geloven werkt het gedachtegoed rond karma niet. Karma is, net als geloof in een uiteindelijk rechtvaardige god, naar mijn idee een manier om de volslagen onbegrijpelijkheid van het bestaan handen en voeten te geven; om er begrijpelijke patronen of iets dergelijk in te herkennen of een poging daartoe te doen. Het is mijn ogen daarbij nogal eens een poging de intrinsieke onrechtvaardigheid die we om ons heen zien te rechtvaardigen: ‘Later komt het goed!’. Ik kan weinig met dat soort voorstellingen.
Waar zoekt u gegeven uw bekering tot de Aziatische culturen uw toevlucht toe?
Het leven zelf. Een overgave aan het leven zelf. Ik vind mijn zingeving in het leven zelf, in de dingen die zich voltrekken. Ik heb geen behoefte voor mijzelf aan een hogere waarde daarachter. Dat hoeft voor mij niet zo. Mijn werk vind ik erg leuk. Ik leef om te werken, eerlijk gezegd. Daarbij, en inderdaad, misschien daardoor, vind ik vervulling in het leven zelf. Ook door me te realiseren dat gedurende mijn leven, inmiddels 62 jaar, in het land waar ik woon geen oorlog is geweest. Dat is in de wereldgeschiedenis misschien wel uniek. Dat zijn dingen waar je af en toe heel erg goed bij stil moet staan. Komt dat voort uit het ‘razen en tieren der elementen’ waar de oude carvaka’s in India over spraken? [Materialisten die vonden dat er geen enkel systeem in onze wereld zit/AK] Is dat karma, is dat genade van een godheid? Ik heb geen idee. Maar het doet zich wel voor en het komt uit het leven voort. Ik neem dus toevlucht tot het leven zelf. Mocht ik dood neervallen dan kan ik zeggen dat het een vervuld leven is geweest, hoewel ik nog een paar dingen zou willen afmaken.
Het belang van een meditatie-leraar
Tot slot: mensen willen vaak handen en voeten geven aan hun zoektocht in het boeddhisme door te mediteren. U houdt hen in uw boek voor dat het hebben van een leraar, een oudere leidsman of -vrouw bij meditatiebeoefening belangrijk is, al was het maar om bij bepaalde vormen van meditatie psychoses te voorkomen en andere mentale ellende. Nu zijn er erg weinig perfecte leraren, of beter gezegd, complete leraren: leraren die
- zowel ver gevorderd zijn in hun eigen beoefening van het pad dat ze onderwijzen, als
- in staat zijn in relatie tot dat pad vaardig onderricht te geven en
- daarbij altijd moreel zuiver handelen.
Dat is zeker het geval. Mijn advies aan mensen die naar mij komen met de vraag ‘wie moet ik nu gaan volgen’, is ook hier weer te beseffen dat leraren mensen zijn. Kijk goed wat ze doen en wat ze zeggen. Ga eens rondkijken. Kijk op internet. Ga eens naar een lezing, woon een meditatiesessie bij. Spreek cursusgangers. Kijk dan eens wat bij jou aansluit en blijf kritisch. Kom tot een gewogen oordeel.
Ik zat een keer met Tom Hannes [therapeut, auteur, voormalig zenmonnik/AK] in een VRT-uitzending in Brussel. Tom had toen een wijze opmerking die ik in mijn boek aanhaal: “Als je aan je beste vrienden niet durft te vertellen wat er gebeurt tijdens zo’n meditatieweekend, dan moet je je echt afvragen of je wel goed bezig bent.” En als er vervolgens verhalen komen van: ‘ja, maar dat begrijpt de rest van de wereld niet, dat is iets hogers’- sorry, dan klopt het echt niet. Als gezegd, dat genre leed wil ik eigenlijk wel voorkomen.
(Naschrift Voor wie meer wil vernemen van Prof. Paul van der Velde en zijn kijk op het boeddhisme: op 9 juni 2021 werd op SoundCloud een informatief interview van programmamaker Liesbeth Jansen met hem gepubliceerd.)
Inhoud
- De Boeddha
- De grote scholen: Theravada, Mahayana en Vajrayana
- De verbreiding door Azië en het ‘nieuwe boeddhisme’
- De leer van de Boeddha
- Wie is boeddhist? Geloof, religie, levenswijze?
- Het geperfectioneerde lichaam van de Verlichte
- De Dalai Lama: het oude lichaam van compassie
- De mensen
- Boeddhistisch geweld
- Oneindige meditaties
- Zenboeddhisme
- De helende Boeddha; boeddhisme en psychotherapie