De eerste jonge vrouw die de 21-jarige Vietnamveteraan Claude AnShin Thomas na zijn terugkeer uit het oorlogsgebied tegenkwam in zijn met onderscheidingen behangen uniform, spoog hem in zijn gezicht.
Dit schrijft hij in zijn boek At Hell’s Gate. Het keerpunt in zijn leven daarna was zijn kennismaking met de Vietnamees Thich Nhat Hanh. Als zenbedelmonnik op pelgrimstocht probeert Thomas nu het lijden van anderen en zichzelf te verlichten.
Na een ontmoeting met een veteraan uit de Irakoorlog ontvangt Claude AnShin Thomas een e-mail van deze ex-militair: ‘Ik heb mezelf gesneden. Het was erger dan de keren ervoor…’ ‘Door zichzelf in zijn been te snijden veroorzaakt hij pijn die hij kan voelen en aanraken. Misschien helpt hem dit om er enige controle over te krijgen. Ik herken die vervreemding van mezelf en de wereld om me heen,’ is Thomas’ reactie in zijn boek.
Tikkende tijdbom
Thomas weet wat er omgaat in de Irak-veteraan. Hij maakte het immers allemaal zelf mee na zijn terugkeer uit Vietnam, waar hij als achttienjarige vrijwilliger heen ging. Als helikopterboordschutter nam hij naar eigen zeggen honderden ‘vijandige’ levens: Vietcong strijders (VC), bejaarden, vrouwen, kinderen, baby’s, zelfs karbouwen en honden. Paranoia, blinde haat, geweld, drank, drugs, dakloos in de goot en een leven als een tikkende menselijke tijdbom, waren zijn deel. Zijn ongrijpbare lijden leek niet te blussen.
Toen hij in 1968 gewond terugkeerde waren er dus geen vrouwen die hem om de hals vlogen. Ook bij de anti-oorlogsbeweging ontmoette hij haat, niet alleen bij de ‘oorlogshitsers’. Veteranen waren voor de anti-oorlogsbeweging geen oorlogsslachtoffers, maar trofeeën in de strijd tegen de oorlog, schrijft hij.
Na vele tot mislukken gedoemde relaties werd Thomas vader, maar zijn huilende baby durfde hij niet op te pakken. Keer op keer herinnerde hij zich hoe een Vietnamese baby- boobytrap onder zijn ogen een aantal van zijn maten opblies. Uit angst verliet hij vrouw en kind. Hij wist dat hij ze bij het geringste ongemak zou kunnen vermoorden.
Tot op de dag van vandaag slaapt Thomas niet meer dan twee uur per nacht. Dit als gevolg van een nachtelijke raid van de Vietcong, die hij als een van de weinigen overleefde. Die raid was zijn vuurdoop. Maar oorlog kwam veel eerder in zijn leven: zijn vader was een getraumatiseerde oorlogsveteraan uit de Tweede Wereldoorlog.
Bedelmonnik
Zijn ontmoetingen met de Vietnamees Thich Nhat Hanh en zijn verblijf in diens meditatiegemeenschap Plum Village in Zuid-Frankrijk waren het keerpunt in Thomas’ leven. Dankzij Baisen Tetsugen Roshi (Bernie Glassman) kwam hij in aanraking met de Japanse Soto zentraditie van de Zen Community of New York. De zentraditie van bedelmonniken sprak hem aan. Zijn eigen pelgrimstochten als bedelmonnik brachten hem naar plaatsen van groot leed, zoals Auschwitz, Cambodja en Kosovo. Later ging Thomas ook te voet op pelgrimage door de VS, om zichzelf en anderen te helen van oorlog.
Ontwaken kan lang duren, schrijft hij. Maar iedere keer als hij met zijn angst in aanraking komt, gaat hij een open relatie met de angst aan. Adem in, adem uit en wees vol aandacht. Niet verwerpen, niet hechten aan angst en dan naar de volgende stap: kijken wat er achter de angst verscholen gaat.
Eind aan oorlog
Wat heeft oorlog te maken met dagelijks leven? Alles eigenlijk, iedereen is veteraan, omdat iedereen ervaring heeft met geweld, calamiteiten en trauma’s. Ieder mens heeft geleerd om vervreemd van zichzelf en de wereld om zich heen te leven. Alles wat niet in het aangeleerde denkraam past, is verdacht en een potentieel onderwerp van haat. Dit zijn de wortels van oorlog.
Consumeren is een manier om het lijden dat uit dit alles voortkomt, te verdoven. Maar onschuldig is onze westerse consumptiedrang niet. Onze planeet raakt uitgeput én de jacht op grondstoffen ontwricht hele samenlevingen. Zo kan consumeren ook oorlog zijn.
Luister naar wat Claude AnShin Thomas zijn vaak jonge publiek voorhoudt. ‘Ik bespreek de vele gezichten van lijden, de wortels van oorlog, in het leven van een jong iemand, zoals lichamelijk, seksueel, en emotioneel misbruik, afhankelijkheid van alcohol of andere drugs; zelfbeschadigend gedrag als anorexia en boulimia. Ik moedig hun aan om eerlijk te kijken naar hun leven en dat van hun familie om zich het lijden bewust te worden, en ook om hun te laten weten dat zij iets kunnen doen om hun begrip en gedrag te veranderen.’ Op deze manier kunnen zij iets concreets doen om een eind te maken aan hun oorlog, aan de oorlog, aan oorlog.