Sinds het begin van mijn beoefening van het boeddhisme vormen de sutta’s voor mij een toevluchtsoord van onschatbare waarde. Zo veel wijsheid, zo veel verwonderingwekkends – een onbegrensde Dhamma-schat. Alle boeddhisten zet ik graag aan tot de gewoonte om dagelijks, of minimaal wekelijks, sutta’s te lezen.
De sutta’s zijn niet direct treffend. Ze zijn vaak herhalend, en kunnen wijdlopig zijn. De schoonheid ervan is evenwel een subtiel iets, gelegen in de balans, het vormgevoel, de redelijkheid, de sereniteit en wijsheid van de Boeddha in elke voorstelbare situatie.
Het heeft de voorkeur gedoseerd te lezen. Eén middellang sutta per keer is passend. Lees langzaam, aandachtig. Merk het op als er dingen zijn die je niet kunt bevatten – en wees je bewust van wat je al denkt te begrijpen. Bekijk na het lezen van de tekst de voetnoten of andere aanwijzingen tot inzicht. Word niet te analytisch – probeer de gehele essentie van het onderricht op je te laten inwerken. Indien je vóór je meditatie een sutta leest, kan dit je geest verheffen en inspireren, waardoor de betekenis ervan duidelijk wordt.
Realiseer je dat je een vertaling leest. Laat je aandacht niet gericht raken op de specifieke connotaties van de terminologie – dat behelst slechts de keuzes van de vertaler. Geraak bekend – één woord per keer – met de Pali- en Sanskriet-termen die aan alle boeddhistische leringen ten grondslag liggen. Wees je bewust van het over-interpreteren van woorden als zodanig: de wezenlijke betekenis van een spirituele tekst is verbonden aan context en ervaring, niet aan etymologie.
Bemerk je eigen reactie op de tekst: wat inspireert, wat verveelt, wat leidt tot twijfel? De reacties van jouw zijde behoren bij jou, niet bij de tekst.
Waak voor de geest die de tekst wenst te bekritiseren. Desondanks geloof ik zelf, na vele jaren van studie en reflectie, in het belang van tekstkritische studies. Het vraagt tijd om hiervoor gevoel te ontwikkelen. Heb mededogen met de tekst. Lees de tekst vriendelijk, alsof je naar een geliefde vriend luistert. De tekst is opgesteld in een orale traditie in een ver verleden tijd en op een ver verwijderde plaats. Het is een wonder dat het materiaal nog beschikbaar is, en we moeten ons niet laten afschrikken indien enige van de uitdrukkingswijzen ons vreemd voorkomen.
Mogelijk vormt het verlangen om te literaliseren of om aan een bepaalde lezing vast te houden een groter probleem. De sutta’s kennen een woord daarvoor: idasaccabhinivesa ( idam – dit; sacca – waarheid, het ware; abhinivesa – vasthouden aan, neiging tot) – eraan vasthouden dat ‘alleen dit de waarheid is’. Elke tekst leent zich voor uiteenlopende lezingen en accenten. Het is betrekkelijk eenvoudig om voorbeelden te vinden waarin hedendaagse leraren of traditionele scholen onderricht bieden dat verschilt van de sutta’s. Het is aanzienlijk minder eenvoudig, evenwel van veel meer waarde, om de reden voor deze aanpassingen te begrijpen en in te zien welk aspect van de Dhamma het betreft.
Wanneer je twijfelt, herinner je dan de evenwichtige houding waarvan in de sutta’s zelf melding wordt gemaakt: ‘Noch aanvaardend, noch verwerpend, zal ik de betekenis onderzoeken…’ Binnen het boeddhisme worden we niet geacht aan elk detail van de geschriften letterlijk geloof te hechten; lezen we ze echter met een op onvolkomenheden gerichte geest, dan zullen we ze nooit helemaal bevatten.
Welk aspect van de Dhamma het ook betreft – meditatie, filosofie, ethiek of inspirerende vertellingen – geen daarvan behelst de essentie. Leef de tekst. Probeer het uit en zie wat het doet in je leven. Mediteer erop. Zelf heb ik dit nu achttien jaar gedaan – zonder teleurstelling. Met welke onvolkomenheden ik ook behept ben; deze zijn alle het gevolg van mijn onvermogen de Dhamma te leven, en komen niet voort uit de Dhamma zelf.
Bron
https://discourse.suttacentral.net/t/how-to-read-the-suttas/6676/39, oct 2017
vertaald door Ine van Schaik, met dank aan Jan de Breet