Onderstaande tekst is een vertaling van een deel van een artikel van Bhikkhu Sujato over het lezen van sutta’s. Wat zijn de speciale kenmerken van sutta’s? Wat kun je daarmee of wat moet je daarmee? Het gehele artikel in het Engels is hier te vinden.
‘Al snel zul je opmerken dat sutta’s herhalingen bevatten. Heel veel herhalingen. En dat kan voor de beginnende lezer een obstakel zijn. Laten we daarom eens kijken wat er aan de hand is.
Net als veel patronen die je in de natuur tegenkomt, zijn de herhalingen ‘fractaal‘. Dat wil zeggen, dat de herhalingen op ieder niveau zijn terug te vinden: op het niveau van woorden, zinsdelen, zinnen, paragrafen, passages, complete teksten of zelfs groepen teksten. Daarmee is al direct duidelijk, dat de herhaling een intrinsiek en oorspronkelijk onderdeel is van de tekst, en niet iets dat door een overijverige redacteur later is toegevoegd.
Maar waarom eigenlijk? Vergeet niet dat de teksten zijn gevormd in een orale traditie. En in een orale traditie werken herhalingen heel anders dan in schrift. Als je een herhaling leest, kan dit al snel gaan irriteren, het voelt als tijdverlies en liefst sla je het over. Maar als je een tekst reciteert, kan herhaling een tegenovergesteld effect hebben: het is rustgevend en kalmerend. De delen die anders zijn vergen meer werk, je moet dan je geheugen aanspreken. Op het moment dat de herhalingspassage komt – zoals een refrein in een lied – kun je ontspannen in het reciteren. De herhalingen geven degene die reciteert een adempauze en tijd voor overwegen. Op deze manier kan het reciteren van een tekst met enorm veel herhalingen een meditatieve ervaring worden, waarbij je tijdens het reciteren de betekenis kan overdenken en toepassen in je ervaring terwijl je aan het reciteren bent.
Maar naast dit spirituele aspect heeft herhaling nog een absoluut praktisch doel: het bewaren van de teksten. Door hetzelfde steeds maar weer te herhalen, helemaal identiek of met kleine variaties, controleerden de monniken voortdurend hun geheugen, en op die wijze konden de teksten nauwkeurig worden bewaard. Zelfs als een tekst verloren gaat, is er altijd een vergelijkbare passage op een andere plaats te vinden. Op deze manier vormen juist die herhalingen een soort ‘backup’ van belangrijke informatie. Die informatie is zo op verschillende plaatsen opgeslagen, bewaard in de geheugens van diverse praktiserende boeddhisten.
Helaas helpt begrip van de historische rol van herhalingen niet als we gewoon een sutta willen lezen. Wat kun je het beste doen? Hierop is geen eenduidig antwoord te geven. Sommige mensen lezen het liefst een sutta compleet met alle herhalingen, als een contemplatie. Anderen lezen vluchtig, tot ze bij de voor hen belangrijkste passage komen. Iedereen moet een manier vinden die bij zijn persoonlijkheid past. Maar weten waartoe de herhalingen dienen kan hopelijk wel helpen om ze te accepteren en ze niet meer als een obstakel te zien.
Afkortingen
De keerzijde van herhalingen is het inzetten van afkortingen. Juist door het overvloedig voorkomen van herhalingen, worden er bij het op schrift stellen vrijwel altijd afkortingen ingezet. Dat is geen moderne uitvinding: al in de oudste manuscripten worden afkortingen gebruikt. In de Pali teksten staat dan: …pe…, waarbij pe zelf weer de afkorting is van het woord peyyāla dat ‘enzovoort’ betekent. Over het algemeen zijn de afkortingen in de Pali-tekstversies, en de instructies over hoe de complete tekst te vormen, helder en vrij consequent in alle edities. Moderne vertalingen volgen wel de manuscripten, maar doen dat niet slaafs. Soms wordt in een moderne vertaling een ingekorte passage voluit geschreven, en soms worden juist passages die in het origineel zijn uitgeschreven, in de vertaling ingekort.
Afkortingen kunnen zowel ‘intern’ als ‘extern’ zijn: met intern wordt bedoeld dat alle informatie die nodig is om te tekst volledig te reconstrueren, in de tekst zelf te vinden is. Het is dan gebruikelijk om alleen het eerste en het laatste segment van de tekst uit te schrijven, en verder alleen de sleutelwoorden te geven.
Dit is een voorbeeld van interne afkortingen uit de Samyutta-Nikaya 22.137-145:
Het lichaam, monniken, is onbestendig, leedvol, en niet het zelf. Het verlangen daarnaar en de passie daarvoor moeten opgegeven worden. Het gevoel, de cognitie, de drijfveren en de gewaarwording zijn onbestendig, leedvol, en niet het zelf. Het verlangen daarnaar en de passie daarvoor moeten opgegeven worden.
(JdB) Voluit zou de instructie m.b.t onbestendigheid en verlangen (sutta 137) worden:
- Het lichaam, monniken, is onbestendig. Het verlangen daarnaar moet opgegeven worden.
- Het gevoel is onbestendig. Het verlangen daarnaar moet opgegeven worden.
- De cognitie is onbestendig. Het verlangen daarnaar moet opgegeven worden.
- De drijfveren zijn Het verlangen daarnaar moet opgegeven worden.
- De gewaarwording is onbestendig. Het verlangen daarnaar moet opgegeven worden.
Deze vijf regels worden dan weer herhaald met onbestendig en passie, leedvol en verlangen, leedvol en passie, niet het zelf en verlangen, en niet het zelf en passie. (JdB)
Bij externe afkortingen kan een ingekorte passage niet volledig worden gereconstrueerd vanuit de directe context, maar moet er een andere tekst of zelfs een ander boekdeel worden opgezocht om de ontbrekende delen in te kunnen vullen. Dat is een duidelijk voorbeeld van een verschil tussen de orale traditie en geschreven tekst. Als de teksten zijn gememoriseerd is het geen enkel probleem om een bepaalde formule die bijvoorbeeld bij de vier edele waarheden hoort, in te passen als de tekst daarom vraagt. Maar tegenwoordig kan je een boek openslaan of een webpagina inkijken en zo een dergelijke tekst voor het eerst zien zonder enig referentiekader. Daarom zullen de meeste vertalers maar heel spaarzaam gebruik maken van externe afkortingen.’
Met dank aan Jan de Breet voor het uitschrijven van het ingekorte voorbeeld.
bronnen:
https://suttacentral.net/general-guide-sujato
https://www.wikiwand.com/nl/Fractal
https://en.wikipedia.org/wiki/Bhikkhu_Sujato
https://encyclopediaofbuddhism.org/wiki/Bhante_Sujato