Ontmoet je een mens die je fouten ziet,
als een ontdekker van verborgen schatten,
die je verwijten maakt, die verstandig is –
ga om met zo’n wijze, en als je dat doet
zal het beter gaan, niet slechter.
Laat hij vermanen, laat hij aansporen
en je van laag gedrag afhouden.
Zo is hij immers bij de goeden geliefd
en bij de slechten niet geliefd.
Ga niet om met slechte vrienden,
met de laagsten onder de mensen;
zoek omgang met goede vrienden,
met de hoogsten onder de mensen.
Wie de Dhamma indrinkt, is gelukkig
met een serene geest. In de Dhamma,
die verkondigd is door de Edele,
verheugt de wijze zich voortdurend
Kanaalmakers leiden het water,
pijlmakers buigen de pijl recht,
timmerlieden buigen het hout recht,
de wijzen bedwingen hun zelf.
Zoals een massieve rots
niet door de wind bewogen wordt,
zo worden wijzen bij lof en blaam
niet van hun stuk gebracht.
En net zoals een diep meer
helder en niet troebel is,
zo komen de wijzen tot rust
na de Leer gehoord te hebben
bron
Khuddaka-Nikaya – De verzameling van korte teksten van de Boeddha – Deel 1
afbeelding: binh dang nam on Unsplash